VDST hoe staat het ermee?
door Maria Bekendam, bron VCGT Kennisnet, 4 april 2025
Naast EMDR als evidence based behandeling voor PTSS en traumagerelateerde klachten is er een nieuwe therapievorm op komst die de gemoederen bezighoudt: Visual Schema Displacement Therapy, kortweg VSDT. Suzy Matthijssen (Altrecht Geestelijke Gezondheidszorg, Utrecht) deed al eerder onderzoek naar de effectiviteit van deze ‘new kid on the block’ in vergelijking met EDMR. Dit keer onderzocht ze de effecten van VSDT in een klinische patiëntgroep. De resultaten smaken naar meer.
VSDT vindt zijn oorsprong in Groot-Brittannië, bij Nik en Eva Speakman die mensen met angst- en traumaklachten behandelen. In 2019 publiceerde Matthijssen voor het eerst resultaten over de effecten van VSDT. In één van die studies bleek VSDT zelfs effectiever dan EMDR in het verminderen van negatieve emoties bij het ophalen van negatieve herinneringen onder non-klinische deelnemers. De volgende vraag voor Matthijssen en collega’s liet zich raden: is VSDT ook effectief voor mensen met PTSS? Met een RCT namen ze de proef op de som.
Lach- en traumapunten
Voor de studie werden 57 deelnemers (96 procent vrouwelijk) uit het Altrecht Academisch Angstcentrum geïncludeerd die allen de diagnose PTSS hadden op basis van de CAPS-5. Ze werden willekeurig ingedeeld in ófwel een VSDT- of EMDR-behandeling, ófwel een wachtlijstconditie. De twee behandelingen duurden elk zes weken met een wekelijkse sessie van 90 minuten. De follow-up was tot drie maanden na afloop van de behandeling. Tijdens de behandeling en follow-up vulden de deelnemers wekelijks gevalideerde vragenlijsten in voor PTSS symptomen, depressieklachten en algemene psychopathologie.
Wat kun je je voorstellen bij een VSDT-sessie? Eerst wordt een zogenaamd ‘lachpunt’ vastgesteld. Patiënten maken daarbij een mentale representatie van een persoon of herinnering die hen aan het lachen maakt. Daarbij bedenken ze een sleutelwoord. Met een horloge in de hand maakt de therapeut een cirkel van grofweg anderhalve meter en de patiënt geeft aan op welk punt in de cirkel de neiging om te lachen het grootst is. Vervolgens wordt op dezelfde manier een ‘traumapunt’ vastgesteld. Dan volgt de verplaatsingsfase: met het horloge gaat de therapeut snel heen en weer tussen het lach- en traumapunt in de cirkel, terwijl de therapeut hardop “whoosh!” roept om een schrikreactie bij de patiënt op te wekken. De patiënt knippert vervolgens snel met de ogen terwijl het sleutelwoord van het lachpunt door de therapeut wordt herhaald. Nadat deze verplaatsingsfase drie keer is herhaald, scoort de patiënt de mate van emoties bij de traumatische gebeurtenis (middels de SUD-schaal (Subjective Units of Disturbance)). Als de SUD hoger is dan nul, begint de verplaatsingsfase opnieuw.
Multifunctioneel horloge
Als behandelaar wil je natuurlijk weten: levert het zwaaien met een horloge, inclusief schrikeffecten, de patiënt iets op? Op basis van deze studie is het antwoord ja. In vergelijking met de controleconditie namen de PTSS-symptomen af voor deelnemers in de VSDT- en EMDR-condities. Tussen de VSDT- en EMDR-behandeling was echter geen duidelijk verschil in afname. Na drie maanden follow-up verviel de PTSS diagnose voor 58 procent van de deelnemers in de VSDT- en 41 procent in de EMDR-conditie. Direct na de behandeling namen depressieklachten en algemene psychopathologie sterker af in de EMDR- dan in de VSDT-groep. Tot slot was de gemiddelde behandeltijd per target korter voor VSDT (48 minuten), dan voor EMDR (65 minuten), maar het aantal sessies was hetzelfde: gemiddeld vijf.
Doorpakken
Zowel VSDT als EMDR waren in deze studie tot drie maanden na behandeling vergelijkbaar effectief in het verminderen van PTSS-symptomen. Matthijssen en collega’s kunnen echter nog niet op hun lauweren rusten – de steekproef was met 57 personen aan de kleine kant en bestond voornamelijk uit vrouwen, wat de generaliseerbaarheid van de resultaten niet ten goede komt. Ook een langere follow-up geeft meer inzicht in de duurzaamheid van beide behandelingen. Deze eerste resultaten met een klinische groep zijn desalniettemin hoopgevend. Een vervolgstudie met een grotere steekproef is op basis van deze resultaten gerechtvaardigd, aldus de onderzoekers. Een efficiënt en doeltreffend alternatief voor EMDR ligt mogelijk op de loer.
Referentie
Matthijssen, S. J., Brouwers, T. C., & de Jongh, A. (2024). Visual Schema Displacement Therapy versus Eye Movement Desensitization and Reprocessing therapy versus waitlist in the treatment of post-traumatic stress disorder: results of a randomized clinical trial. Frontiers in Psychiatry, 15, 1377108.